Advocaat Ward Van Loo Arbeidsongevallen,Letselschade Model zending gerechtskundige in arbeidsongeval

Model zending gerechtskundige in arbeidsongeval

Model zending (expertise-opdracht) gerechtsdeskundige in arbeidsongeval:

a) Onder voorbehoud van alle wederzijdse rechten van partijen, een gerechtsdeskundige arts aan te stellen.

De gerechtsdeskundige mag zich, indien zulks voor de uitvoering van zijn opdracht noodzakelijk blijkt, doen bijstaan door één of meer medische specialisten of ergologen. De gerechtsdeskundige dokter zal tot zending hebben:

a. na gepoogd te hebben de partijen te verzoenen
b. een beredeneerd en onder eed bevestigd verslag neer te leggen ter griffie van de Rechtbank
c. de persoon van de eisende partij te onderzoeken
d. de toestand van het slachtoffer te beschrijven in verband met de letsels waarover het slachtoffer zich beklaagt
e. in een gemotiveerd advies te zeggen of met een grote mate van waarschijnlijkheid kan worden uitgesloten dat de letsels het gevolg zijn van het relaas van de feiten aan de gerechtsdeskundige gegeven, betreffende het genoemd ongeval
f. in het advies te beschrijven of de letsels uitsluitend toe te schrijven zijn aan een voorafbestaande toestand
g. enkel in ontkennend geval:
h. de periode en de graad van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid te bepalen
i. als er consolidatie is, de datum hiervan vast te stellen
j. de blijvende zuiver fysieke minderwaarde te ramen en in percentage te bepalen
k. en, in klare en voor oningewijden verstaanbare taal, de gevolgen te beschrijven die de weerhouden fysieke minderwaarde heeft op de functionele werking van het organisme en, meer bepaald, van het (de) getroffen lichaamsdeel (delen)
l. advies te geven nopens de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid, hierbij rekening houdend met de fysische ongeschiktheid, de leeftijd, de vakkundigheid, de mogelijkheid van aanpassing en omscholing en het concurrentievermogen op de algemene arbeidsmarkt.

In het te vellen vonnis te voorzien dat de deskundige en de partijen zich naar aanleiding van het deskundig onderzoek dienen te gedragen naar de bepalingen van de artikelen 962 tot 991bis van het gerechtelijk wetboek (zoals gewijzigd door de wet van 15 mei 2007 tot wijziging van het gerechtelijk wetboek betreffende het deskundigen-onderzoek en tot herstel van artikel 509 quater van het strafwetboek, B.S. 30 augustus 2007).

Te statueren dat de deskundige over een termijn van 8 dagen beschikt, na kennisgeving van het vonnis, om zijn opdracht te weigeren met behoorlijk omklede redenen.

Bij vonnis te voorzien dat hij dit moet mededelen bij aangetekend schrijven aan de partijen en gewone brief aan de raadslieden en aan de rechter.

Bij vonnis te voorzien dat de rechtbank de gerechtsdeskundige verzoekt:

a. binnen de 8 dagen na ontvangst van het te vellen vonnis, de rechtbank en partijen en hun raadslieden in kennis te stellen van de plaats, de dag en het uur waarop hij zijn werkzaamheden zal aanvatten. De deskundige dient dit per aangetekende brief aan de partijen en bij gewone brief aan de raadslieden en aan de rechtbank te melden
b. alle nuttige en ter zake dienende vragen van partijen te beantwoorden
c. na afloop van de verrichtingen aan de rechter, aan de partijen en hun raadslieden lezing te geven van zijn bevindingen waarbij hij reeds een voorlopig advies voegt
d. een redelijke termijn te bepalen waarbinnen de partijen hun opmerkingen moeten maken. Deze opmerkingen op te tekenen en te beantwoorden. De deskundige houdt geen rekening met opmerkingen die hij laattijdig ontvangt e. het eindverslag te dagtekenen en de tegenwoordigheid van de partijen bij de werkzaamheden te vermelden, hun mondelinge verklaringen en hun vorderingen te noteren.

Een opgave bij te voegen van de stukken en de nota’s die de partijen aan de deskundigen hebben overhandigd. De deskundige mag de tekst ervan slechts opnemen in zoverre dat nodig is voor de bespreking. Dit verslag te ondertekenen en te voorzien van de schriftelijke en door de wet vereiste eed-formule: “Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk vervuld heb”. De staat van kosten en erelonen bij te voegen met gedetailleerde vermelding van de aanrekenbare tijdsbesteding.

De termijn voor het indienen van het verslag ter griffie van de rechtbank te voorzien op 6 maanden, te rekenen vanaf de dag waarop de deskundige in kennis werd gesteld van het te vellen vonnis.

De minuut van het eindverslag, de stukken en de nota’s van de partijen en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon van de deskundige worden ter griffie neergelegd.

Op de dag van de neerlegging van het verslag zendt de deskundige bij een ter post aangetekende brief een afschrift van het verslag en een gedetailleerde staat van de kosten en het ereloon aan de partijen en bij gewone brief aan hun advocaten.

Te zeggen voorrecht dat het de deskundige verboden is een rechtstreekse betaling van een partij in het geding te aanvaarden (citaat artikel 509 quater van het strafwetboek: “met gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden en met geldboete van € 200 tot € 1.500 of met één van die straffen alleen wordt gestraft de deskundige die, wetende dat een rechtstreekse betaling niet toegelaten is, deze toch aanvaardt van een partij in het geding”.

Het vonnis, voorlopig uitvoerbaar te verklaren, niettegenstaande alle verhaal en zonder borgstelling, nog kantonnement.